De zaal was al halfvol toen ik binnen kwam lopen rond 00:15 bij de all-nighter van AnD. Ik liep een beetje rond en merkte direct al dat de sfeer er goed in zat. De zaal was voor het leeuwendeel gevuld met bezoekers iets boven de 20. Het is mooi om te zien hoe zulke harde en rauwe muziek, zulke mooie mensen aantrekt.
Melange van subculturen
Van tevoren waren er rond de 400 kaarten verkocht, en deze kaarten beperkten zich niet tot Utrecht. Van heiden en verre kwamen de bezoekers. Het exotische Leiden, de inheemse weilanden van Delft en zelfs het natuurreservaat Groningen was vertegenwoordigd in de stad van de Dom. Hierdoor ontstond er een toffe melange van verschillende subculturen op de dansvloer. Van hip met hoed tot minimalistisch in het zwart, alles was vrijdag aanwezig.
Primeur all-nighter
Goed, dan gaan we het natuurlijk ook nog even hebben over AnD zelf. Het feit dat de mannen in BASIS staan is al uniek, maar dat ze ook nog een all-nighter uit de mouw schudden gaat helemaal nergens over. Normaliter sluiten ze REAKTOR of Awakenings af met een 1,5 uur durende set die gevarieerder is dan de omleidingen bij de NS. In een 6-uur durende set kunnen ze alles kwijt, beginnen op 120 bpm en eindigen op een slordige 140. Iedereen was dan ook nieuwsgierig naar de opbouw en inhoud van dit geheel, waarin oordopjes eerder de standaard dan de uitzondering waren.
Natte droom
Het duo begon met rustige ambient en liet de zaal even lekker warm draaien. Biertje erbij, beetje nakletsen over het weekend en voorzichtig de eerste handjes in de lucht. Rond 2 uur kwamen de eerste surrealistische visuals opdoemen achter AnD. Een donker skelet, met wallende ogen en een goochelaarshoed keek je doordringend vanachter de backstage aan. Door de flikkerende stroboscoop bleef het skelet op je netvlies hangen. Links, rechts, onder of boven op het beton zag je die hoed voorbij komen. Het had iets engs, maar wanneer je eenmaal gewend was begon je een beetje attached te raken aan de visuals. Als een nachtmerrie die langzaamaan verandert in een natte droom. Laat mij maar lekker liggen joh.
136 BPM
Het was een uurtje of 02:30 toen het BPM werd opgeschroefd naar 136. Even ter vergelijking: Bob Marley’s “No Woman no Cry” is 97 BPM. Ondanks dit belachelijk hoge ritme manoeuvreerde het koppel er zo nu en dan alien-achtige bliepjes doorheen, waardoor er een vreemde ritmische tune ontstond. Iedereen leek voor even opgezogen te worden in het moment. Meegenomen in die ruimtereis, achter de aliens aan. De bass dropte, lichten kort aan en handjes in de lucht. Dit was kippenvel en de tere zieltjes konden beter naar huis gaan. Dit was sick as fuck.
AnD gaat harder en harder
Langzaamaan kwamen er meer mensen binnengedruppeld en rond 02:00 stond BASIS tot de nok toe vol. Er werd uitbundiger gedanst en zweetdruppels gutste in de rondte. Eén chick danste zo hard dat er een soort cirkelpit om haar heen was ontstaan. Een schattig blond meisje bestierde de dansvloer. Mensen gingen letterlijk los alsof hun leven ervan af hing. Misschien deden ze dat het ook wel, geen flauw idee.
Het dak was er nu helemaal af en alles ging harder en harder. De mensen, de muziek en mijn drang om de wc helemaal vierkant van kant te maken. Een gast voor mij dacht er hetzelfde over en stond op en neer te huppelen bij de toiletten. Het was een welkome afwisseling van de stampende menigte boven ons. Soms moet je gewoon even tijd voor jezelf nemen en flink zeiken.
Goeiemorgen!
Anderhalf uur na sluitingstijd was de dampende kelder veranderd in een Turks stoombad, het rook alleen wat minder fris maar nobody gave a fuck. Het was inmiddels half 7 en ik was uitgeput en voelde me gebruikt. Er kwam rook uit m’n poriën, techno uit m’n tenen ik ademde zweet. Ik had schone schoenen aan, van die stoffen blauwe Vans met zo’n krijtwitte streep… die waren nu zwart. Gele lichtstaven gloeide op uit de pikzwarte prullenbak. Geen idee wat die dingen daar deden, ik zei ze maar gedag. Achter mij ging het nog minstens zo hard door, maar in mij was het dood en verderf. Ik ging naar huis, wetende dat de all-nighter de ochtend tegemoet ging.
Tot de volgende,
Jesse Moes