Hij werd iets te vroeg geboren, maar dat had gelukkig geen invloed op zijn onmetelijke wijsheid. Hij wees met één wijsvinger naar de hemel en met de ander naar de Oudegracht. En zo kon het gebeuren dat Siddhartha Gautama, beter bekend als Boeddha, in Utrecht neerstreek. Er was meer buiten de weelde van zijn paleismuren, zo dacht hij. Boeddha ging op een spirituele ontdekkingsreis, op zoek naar het werkelijke leven, de eenvoud. Hij begon in Nepal en in de bergen van India. Maar in de Domstad trof hij de echte BASIS van het bestaan.
In de werfkelder heerst duisternis, maar Boeddha kent de wet van de dualiteit. Tegenstellingen kunnen nu eenmaal niet zonder elkaar. Zonder licht kan er geen duisternis bestaan. En dus verlicht hij nu al twee jaar de zielen van zijn dansminende leerlingen. Man en vrouw, dag en nacht, de plaat op het linker deck en de plaat op het rechter deck; allemaal lopen ze in elkaar over in de keldertempel.
Tot driemaal toe werd hij hier letterlijk uit weggerukt, maar Boeddha komt altijd terug. En we weten het allemaal; je mag Boeddha doorgeven om iemand voorspoed toe te wensen, maar wie Boeddha niet met respect benadert, zal vervloekt worden! Of hij zich nu manifesteert bij de Intratuin, de Xenos of de heilige tempel Wat Phra Kaew in Bangkok, breng Boeddha nooit in diskrediet.
Al mediterend concentreert Boeddha zich op de elementen, in het bijzonder op het geluid in de kelder. De verandering in de luchtdruk die veroorzaakt wordt door de bass drum, de ademhaling op de vloer. Alleen de bevrijde geest treft de ware liefde en het plezier. En dat straalt Boeddha uit over zijn publiek. Hij zorgt voor de onzichtbare drug. Onzekerheid en angst verdwijnen, euforie en spontaniteit nemen hun plaats in.